IO1-D. Onderwijsgerelateerde lagen en mogelijke schadelijke invloed van de onderscheiden inhoudstypes
Voorheen hebben we de overkoepelende desinformatie categorieën omschreven (IO1-B. Overkoepelende categorieën van desinformatie and onderscheid tussen de inhoudstypes) en de 11 types van desinformatie (IO1-A. Elf types van desinformatie).
Hier introduceren we de onderwijsgerelateerde lagen van waakzaamheid of bezorgdheid, met de bedoeling een matrix te maken die de types van desinformatie in kaart brengt waarvan het meest waarschijnlijk is dat ze schade aanrichten bij of omdat ze gebruikt worden in een onderwijscontext. We leggen verder ook het proces bloot van hoe de schade berokkend kan worden.
De voorbeelden die we aanhalen komen dus voornamelijk uit een onderwijs- en opleidingscontext. Het spinneweb-diagram, waarin we de potentiële schade in kaart brengen, biedt een gevisualiseerd overzicht voor lesgeveren en studenten.
Onderwijsgerelateerde lagen die bijzondere aandacht vergen - Definities en veronderstellingen - Voorbeelden
Met het bepalen specifieke onderwijsgerelateerde aandachtsgebieden van mis- en desinformatie, hebben we tot doel om een duidelijk en uitgebreid overzicht te bieden van de mogelijke gevolgen. Zo wordt het mogelijk om vast te stellen welke soorten informatie een hoger impactpotentieel hebben, en een overzicht te maken van wat de aard van dit potentieel schadelijke impact precies is.
Het is belangrijk op te merken dat de aangehaalde voorbeelden vaak meerdere aspecten bevatten en dus in het overzicht onder meer dan 1 item kunnen ondergebracht worden.
Items en beschrijvingen
Voorbeelden
Infiltratie in onderwijs/leerinhouden
In dit niveau evalueren we in hoeverre het waarschijnlijk is dat een bepaald inhoudstype kan infiltreren in de bronnen en materialen die lesgevers gebruiken bij het voorbereiden van hun lessen, en die studenten gebruiken bij het verwerven van kennis of het voorbereiden van opdrachten.
Wat de studenten betreft kunnen dergelijke materialen afkomstig zijn van hun lesgevers, andere betrokkenen bij onderwijs, of kunnen ze een oorsprong hebben die volledig losstaat van de onderwijstext (bijvoorbeeld informatie die is gegenereerd door bedrijven, organisaties en instellingen of door personen). Wij geloven dat het infiltratiepotentieel aanwezig kan zijn, ongeacht de wat de initiële motivatie ook was bij het creëren van de informatie. Dus zowel bij foutieve context als bij gemanipuleerde of gefabriceerde inhouden. Het is de mate waarin men het gevoel heeft dat de informatie relevant is voor het onderwerp, dat studenten triggert om er tijdens hun zoektocht naar informatie gebruik van te maken.
〉Een nationaal bureau voor de statistiek van een land / regio (officiële overheidsgegevens) brengt jaarlijks een statistisch rapport uit met BBP-gegevens. Een lesgever neemt deze gegevens over in het eigen lesmateriaal zonder verwijzing naar jaartal. Een jaar later vinden de studenten de ondertussen verouderde gegevens in een zin die luidt: "het BBP van het voorbije jaar was 3,2%", zonder verwijzingen naar het jaar of de bron. De student neemt deze informatie over als waarheidsgetrouw
〉Een student neemt in zijn opdracht papieren informatie op uit de treclamefolder waarin staat dat product X meerwaardig is aan alle anderen. Hij verifieert de informatie niet, en neemt ze voor waar aan.
〉Een leraar besluit een spannend verhaal te vertellen om een lesinhoud te illustreren, maar geeft daarbij niet alle details weer. De studenten zijn onder de indruk van het verhaal, interpreteren het zonder rekening te houden met de ontbrekende details als een feit, en gebruiken de inhoud als informatie.
Mate van waarschijnlijkheid dat de desinformatie lang blijven circuleren: zombiepotentieel
De zombie-potentieel geeft aan of een informatie-item een korte of een lange levensduur heeft.
De meeste advertenties zijn niet langer dan enkele weken of maanden in omloop zijn. Sommige blijven echter gedeeld en gelezen worden. Het zijn aandachtstrekkers, creatief gemaakt en inspelend op emotie. Ze gaan viraal en worden zo populair dat ze steeds vaker opduiken in allerlei settings en zelfs een eigen leven gaan leiden op het internet. Je vindt ze regelmatig ook terug als onderdeel van een meme. Ook samenzweringstheorieën en hoaxes vertonen een hoog zombiepotentieel, net als pseudowetenschap en door AI gegenereerde verzonnen inhoud.
〉Een student bereidt een opdracht voor over de geschiedenis van de verkenning van de ruimte door de mens. HIj vindt internetbronnen die in zijn ogen gedetailleerd en onderbouwd zijn, gesterkt door het feit dat ze een groot aantal actieve leden tellen, die recent en regelmatig posten op de sites. Deze sites staan bol van redenen waarom het zeker is dat de eerste maanlanding van de Amerikanen in 1969 nooit echt heeft plaatsgevonden, en in werkelijkheid gewoon werd gefilmd in een filmstudio. Met krachtige bewijzen, een analyse van beeldmateriaal en een wetenschappelijke onderbouwing, overtuigen ze de lezers van hun gelijk.
Het is niet onmogelijk dat een student deze informatie gelooft en gebruikt in zijn opdracht. De sites zijn up to date, in veelvoud beschikbaar op het internet en deze hoax blijft na tientallen jaren nog steeds leven. Er is sprake van een hoog zombieprofiel. De hoax is zo sterk verankerd dat de informatie niet eens meer actief moet worden gedeeld of deel moet uitmaken van een actieve propagandacampagne. Zelfs in latente toestand leeft deze hoax verder, en dat geldt ook voor het potentiële gevaar dat er geloof aan gehecht wordt.
Terug in de tijd kerend impact: swing-modus potentieel
Het swing-modus potentieel gaat over informatie die, eenmaal gecreëerd, in een soort van golfbeweging blijven terugkeren van vooraf aan.
Meestal gaat het om een situatie die zichzelf regelmatig herhaalt, en waarvoor de informatie belangrijk is of er op een of andere manier aan gerelateerd is. Verkiezingscycli zijn daar een goed voorbeeld van. Het zijn regelmatig weerkerende gebeurtenissen. In de aanloop naar een nieuwe verkiezing, wordt de oude informatie over publieke figuren of politieke partijen opnieuw naar boven gehaald en gebruikt , om erna weer te verdwijnen in de vergetelheid, totdat er opnieuw verkiezingen zijn en de informatie terug uit de koelkast gehaald wordt.
〉De meeste mediakanalen publiceren korte artikels/video's over zich herhalende gebeurtenissen, zoals:
- overschakelen naar zomertijd en terug
- gebeurtenissen zijn zich voordeden "op een bepaalde dag in de geschiedenis"
- nabeschouwingen op het einde van het jaar
- beloftes voor het nieuwe jaar
- dieet en recepten per seizoen
- tips voor het winkelen tijdens solden of verlof
- top 5 plaatsen om naartoe te gaan, top 10 dingen om te doen als (...)
- tips voor vakantie en uitstappen
- thematische vakanties (natuur, cultuur, religie)
- gewoontes en leefwijze (van een natie, van millennials, van generatie Y ...)
Deze informatie wordt door redacties niet als even belangrijk beschouwd als reguliere nieuws en duiding, en het kan zijn dat ze minder kwalitatief, onderbouwd en grondig wordt gedocumenteerd. Redacties kiezen misschien ook voor de snelle oplossing, door te herkauwen wat er in het verleden over hetzelfde onderwerp is gepubliceerd. Indien het dan gaat over desinformatie doen ze deze ongewild herleven.
Immaterieel impact: opinie-beïnvloedingspotentieel
Verandering van mening of opinie kan worden getriggerd en in gang gezet door een breed scala aan motivaties en informatie. Goed opgezette manipulatie kan leiden tot opinievorming. Hetzelfde kan ook gebeuren op een moment dat de tijd er rijp voor is en mensen er als individu voor openstaan Ook wanneer ze actief op zoek zijn naar informatie over een specifiek probleem kan hun opinie op verschillende manieren beïnvloed worden.
Dit is een van de niveaus van impact waaraan we het allerhoogste belang hechten. We hebben geprobeerd aan elk type informatie de waarschijnlijkheid toe te kennen dat de mening van de leerling die eraan wordt blootgesteld, verandert. Dit is bijzonder moeilijk te beoordelen, omdat het onder meer afhankelijk is van de motivatie die de informatieverstrekker heeft bij het creëren, verspreiden of het delen ervan, en van zijn bekwaamheid om dat te doen. Als de motivatie bijvoorbeeld is om te misleiden of te manipuleren, met gewijzigde of verzonnen inhoud, is dat duidelijk met als doel om de mening van de lezers te veranderen of te versterken. Zeker als de auteur een bekwame manipulator van inhouden is, of als de verspreiding van de desinformatie zorgvuldig en doordacht gepland en gecoördineerd wordt om het impact zo groot mogelijk te maken, is de kans dat ze leidt tot verandering van mening groot. We noemen dit een ongrijpbaar impact omdat het direct op cognitief niveau werkt en geen echt bewust proces is voor de ontvanger van de boodschap (de lezer, de student).
〉Een groep studenten wordt gevraagd om, als onderdeel van een opdracht, een overzicht/presentatie voor te bereiden over het toerisme in een bepaald geografisch gebied. Ze doen onderzoek naar de beschikbare toeristische accommodaties en faciliteiten en ze vinden klantrecensies en beoordelingen voor de de 2 grootste hotels in dat gebied. Dit scenario heeft twee mogelijke kanten:
Scenario A. Een van de hotels heeft op zijn website neprecensies aangemaakt die uiterst positief zijn, en benadert de perfectie voor zowel accommodatie als diensten. Als de studenten zich enkel baseren op deze informatie en ze zo opnemen in hun presentatie, zal het publiek dat hun presentatie ziet of bekijkt een zeer positieve indruk hebben over het hotel. Stel dat zij ooit een hotel willen boeken of aanraden, is de kans groot dat ze dit specifieke hotel zullen kiezen. De aanvankelijke manipulatie gebeurde door het hotel zelf, en de studenten hebben ze ongewild verder verspreid.
Scenario B. Op een openbare review-site schrijft een klant met een anoniem klantenprofiel dat hij enorm ontevreden is over de dienstverlening in het hotel. Ook via andere anonieme profielen worden gelijkaardige boodschappen gepost op de review-site. Het gevolg is dat de algemene beoordeling van het hotel zakt van 8,7 tot 6,4. De studenten houden bij het geven van hun presentatie rekening met deze lage score. Hun toehoorders/lezers zullen niet geneigd zijn om dit hotel te boeken.
〉Een jong gezin wordt er door de gezondheidsdienst aan herinnerd dat het tijd is voor een vaccin voor hun kind. Ze besluiten om online informatie over de vaccinatie op te oeken. Ze zijn niet vertrouwd met de concepten van fact-checking en het checken van bronnen, en ze hebben geen voorkennis over vaccinatie. Ze vinden gemakkelijk een groot aantal manipulatieve websites die beweren dat vaccinaties gevaarlijk zijn en ouders er goed aan doen om deze te weigeren. De ouders zijn onzeker en bang door de sombere en gruwelijke verhalen die ze lezen. Ze besluiten om de vaccinatie te weigeren. Ze zijn er niet in geslaagd om betrouwbare en onbetrouwbare informatie van elkaar te onderscheiden en ze vallen ten prooi aan de manipulatie
Tastbaar impact: onmiddellijk gebruik van inhoud bij het leren
Onmiddellijk gebruik van inhouden in nieuwe leermaterialen wil zeggen dat ze zijn overgenomen zonder enige wijziging. Op die manier is de informatie tastbaar aanwezig in het nieuw geproduceerde leermateriaal.
identificeren we of een inhoud waarschijnlijk de weg zal vinden naar training / leerinhoud in de originele (of slechts enigszins gewijzigde - bijv. Ingekorte) vorm, visuele stijl of bewoording. We bekijken alle vormen van het overnemen van informatie, van letterlijk alles tot een groot deel of een aantal zinnen.
We beoordelen daarbij enkel de mogelijkheid van het exact overnemen, niet het herformuleren of het maken van abstractie op basis van de originele inhoud.
〉Een groep studenten maakt een opdracht over de Holocaust. Ze vinden websites waarin de Holocaust ontkend wordt. Omdat ze geen kritisch denken toepassen of de vermeende wetenschappelijke bewijzen niet in twijfel trekken, kopiëren ze een groot deel van de tekst valse en manipulatieve beweringen van de website. Ze doen dit omdat het materiaal dat ze gevonden hebben relevant lijkt voor het onderwerp en de leraar geen specifieke instructies heeft gegeven over hoe bronnen en feiten moeten worden gecontroleerd.
Elaboration and complexity: level of detail
This item is about the level of elaboration and detail of the information item. It is a slightly different aspect from the rest of the column. We believe this is an aspect which is both meaningful and potentially relevant to the development of detection algorithms. It refers to information item properties such as the content complexity/elaboration, whether it is a single, isolated statement, fact, number, or whether there are many additional layers created to support the dis-informative claim. The rationale is that the more elaborate a piece of disinformation is, the more likely there is (1) a large number of originating agents (organised/coordinated) and/or (2) there are bigger vested interests in the disinformation effort.
However, this item differs slightly in nature from the rest of the list. It might be equally -- if not more -- practical to consider it in the light of the Eggshell model, and its suggestive list of questions related to the critical evaluation of a given information item (IO1-F. Eggshell model: establishing information credibility), and the related fact-checking and source-checking.
* Click the image to enlarge!
〉There is a comprehensive study by Matthew Hindman of the George Washington University released in October 2018 which exemplifies how complex manipulation and disinformation operations are carried on Twitter. (EN)
The study is focused on the US 2016 elections campaign and post-election period. It is a long read, but we highly recommend it!
Schadelijke invloed op het onderwijs: gevarenzone
De manier waarop we de gevarenzone bepaald hebben kan arbitrair genoemd worden. Ons doel is om de aandacht te vestigen op de soorten desinformatie die geacht worden de grootste impact te hebben in een onderwijscontext. We hopen dat we hiermee aanxetten tot het activeren van een waarschuwingsmodus, en een kritische benadering en een bijna automatische reflex van bron- en fact-checking bij het lezen en gebruiken van deze specifieke informatietypes. Informatie kan ook beoordeeld worden met behulp van de 4 pijlers van de cognitieve wetenschap die aan de basis liggen van het model dat wij gebruiken: kaders als denkpatroon, gemotiveerde kennis, framing vanuit overeenkomsten en accenten, systemische causaliteit.
We hebben deze statistische indicator ook grafisch voorgesteld:
